• Werkingssfeerbepalingen BPF

Werkingssfeerbepalingen BPF

Verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds heeft voor een onderneming vaak verstrekkende financiële gevolgen. Of een verplichtstelling van toepassing is, wordt neergelegd in zogeheten werkingssfeerbepalingen. Werkingssfeerbepalingen zijn veelal helder, maar vaak is het juist uitleggen ervan toch een behoorlijke uitdaging. Met betrekking tot de vraag of sprake is van een verplichte aansluiting, dienen enkele belangrijke vragen te worden gesteld:

  1. Is er überhaupt wel sprake van een verplichting. Met andere woorden: is er sprake van een bedrijfsactiviteit die in de werkingsfeerbepaling(en) van een bpf is opgenomen?
  2. En als er al sprake is van een dergelijke activiteit, dan dient de verplichte deelname te worden getoetst aan de hand van het ‘hoofdzakelijkheidscriterium’, ook wel genoemd het ‘in hoofdzaak criterium’. Maar wat is er nu precies te verstaan onder ‘in hoofdzaak’: is dat meer dan 90%, 70% of het merendeel van de activiteiten in de zin van meer dan 50%? 
  3. En als er sprake is van een merendeel, gaat het dan om 50% van het totaal aan activiteiten van de onderneming (absolute meerderheid) of de verhouding met het aandeel van de overige activiteiten van de onderneming (relatieve meerderheid)?
  4. En als er werknemers in de onderneming werkzaam zijn die niet de activiteiten verrichten die vallen onder de werkingssfeer van een bpf maar wel collega’s ondersteunen die die activiteiten wél verrichten, moeten deze werknemers dan worden meegeteld om te bepalen of er sprake is van ‘in hoofdzaak’, en zo ja hoe?
  5. En over wie hebben we het in de werkingssfeerbepalingen als het gaat om een concern: het gehele concern (alle rechtspersonen/werkgevers) of de afzonderlijke rechtspersoon/werkgever?

Het komt met andere woorden met regelmaat voor dat werkingssfeerbepalingen verschillend uitgelegd kunnen worden. Het kan daarom voor ondernemingen van groot belang zijn om niet zonder meer mee te gaan in het oordeel van het betreffende bedrijfstakpensioenfonds. Nader onderzoek is dan zeer zeker gewenst cq. noodzakelijk.

Bron: PensioenAdvies